Titicacameer

geplaatst in: Peru | 1

Voor het verkennen van het Titicacameer zijn 2 dagen voorzien. ’s Morgens vroeg worden we opgehaald door riksja’s die ons naar de haven brengen. De trip gaat door het drukke verkeer van Puno, langs de markten waar de Peruanen hun inkopen aan het doen waren, die alle naar ons staarden, ik had  het gevoel dat wij nu de bezienswaardigheid zijn.

 

In de haven scheppen we in op een toeristenboot en varen we het Titcacameer op. Het Titicacameer is één van de meest hoogliggende meren van de wereld, het ligt op 3800m hoogte.

Eerst varen we naar de Uros eilanden, dit zijn drijvende eilanden gemaakt van riet. We worden op één van deze eilanden verwacht. Het betreden van zo’n eiland voelt eerst raar aan, je zakt daar wat in weg en je loopt er niet stabiel, maar na enige tijd worden we dit wel gewoon. Het is wel bijzonder hoe deze mensen hier leven, heel primitief al hebben ze wel zonnepanelen zodat ze toch tv kunnen zien.

Er wordt ons een uitleg gegeven hoe deze eilanden worden gemaakt en hoe ze er leven. Dit gebeurd aan de hand van voorwerpen waarmee ze een set bouwen, het lijkt een theater voorstelling, maar heel begrijpelijk en interessant. Daarna varen we met een rieten boot naar een ander rieten eiland, bij het vertrek beginnen de eiland bewoners spontaan te zingen. Je merkt wel dat nu hun belangrijkste bron van inkomsten de toeristen zijn, op alle verschillende eilanden worden toeristen verwelkomt. Toch is dit leuk om zien, hoe deze mensen leven, en zonder toerisme zou deze levensstijl waarschijnlijk al zijn verdwenen.

 

Dan zijn we aan een lange tocht over het meer vertrokken, een tocht van 3 uur brengt ons bij het eiland Amantani, hier gaan we de nacht doorbrengen bij een gastgezin. Het is een primitief huis maar de kamer is proper en liggen naast het eigenlijke woongedeelte. Het lijkt op een B&B maar dan naar Peruaanse normen. Wij dachten dat we echt bij een gastgezin in huis gingen overnachten en hadden al een slaaplaken gekocht, zoals door Djoser was aangeraden.

De eilandbewoners eten meestal  vegetarisch, Ons eten bestaat dan ook  enkel uit groenten, eerst krijgen we quinoa soep, heel lekker en daarna een samenstelling van soorten aardappelen en groenten,  dat alles was lekker, maar altijd zonder vlees zal mij wel nooit lukken.

 

 

 

 

 

 

 

Als we toekwamen was het prachtig zonnig weer, na enige tijd werden op een fikse regenbui getrakteerd maar toen zatten we in de kamer dus niets aan de hand. Om 16u werden we op de plaza Mayor verwacht, voor een wandeltocht naar de top van het eiland. Het was wel bewolkt maar de gids vertrok toch, hij melde wel dat het kon regenen. Halverwege de wandeling begon het niet te regenen maar te gieten. We zijn dan maar terug naar onze kamer gegaan, maar we waren doornat. Vermits we maar voor één nacht naar dit eiland kwamen, hebben we geen extra kleren bij. Verwarming is hier niet, we kunnen onze kleren niet drogen. Ik ben dan maar naar onze gastvrouw gegaan, zij was het eten aan het koken en daar mochten we dan onze kleren leggen om te drogen. Het kookfornuis wordt hier nog opgewarmd met hout, warm werd het wel niet in de keuken.  Ik heb natuurlijk geen reserve broek, de gastvrouw heeft mij dan een joggingbroek geleend. Mijn kousen zijn ook doornat, onze gastvrouw leeft natuurlijk van de toeristen en heeft zoals veel Peruanen ook een handeltje in typische Andes kleren, ik heb daar dan kousen gekocht. Ook een beetje uit dankbaarheid, ze helpt ons prima met het drogen van onze kleren. Toch neem ik dit onze gids kwalijk, hij had hiervoor kunnen waarschuwen, bijna iedereen van onze groep is doornat en heeft geen of weinig reserve kleding mee.

Na het avondeten, werden onze broeken en schoenen of het kookfornuis gelegd in de hoop dat ze droog zouden geraken. Toen ik ’s morgens ging kijken hingen onze broeken buiten aan de wasdraad, onze schoenen lagen nog op het fornuis, maar alles was prima droog.

’s Nachts zoals overal de laatste dagen wordt het bitten koud, met 4 paar dekens warme sokken en trui kruipen we in bed. De regen klatert nog altijd hard in het rond.

Na het ontbijt bracht onze gastvrouw ons naar de haven, daar lag de boot op ons te wachten om een ander eiland Taquile te gaan bezoeken, iets kleiner dan Amantani. Het meer was onstuimig, we werden heen en weer geslingerd, ik had op dat moment niet veel zin om nog een eiland te gaan bezoeken.

Na een 45 minuten varen kwamen we aan, dan moesten we naar het hoofdplein van de stad stappen. Dit lag redelijk hoog, en het ernaartoe stappen was behoorlijk zwaar. Als we op het hoofdplein aankwamen, hadden we het gevoel dat dit eiland toch al goed commercial werd uitgebuit. Er komen hier meerderen boten aan, er lopen al aardig wat toeristen rond. De prijzen zijn aangepast aan de toeristen, dus duur naar Peruaanse normen natuurlijk, in België zouden dit correcte prijzen zijn. Onze gids nam ons mee voor een wandeling naar de ander kant van het eiland, en daar kregen we terug het gevoel alleen te zijn. De wandeling was prachtig, de hemel is blauw, het zicht op he Titicaca met daarvoor de groene velden zijn zo mooi, je kan niet  stoppen met het nemen van foto’s. De wandeling duurt ongeveer 3 uur, en gaat meestal vlak. Wandelen op bijna 4000m hoogte is vermoeiend, de lucht is ijler, je sneller vermoeid. Dit is niet zoals wandelen in ons Vlaamse vlakke land.

 

Op het einde van de wandeling is een lunch voorzien in een mooi huis met een prachtig zicht op het meer. Eerst natuurlijk quinoa soep, en daarna gebraden forel van uit het Titicaca meer, werkelijk lekker.

De boottocht terug naar Puno, duurt weerom 3 uur, dit is best lang en saai. Als we nog geen half uur onderweg zijn slaat het weer om en begint het te regenen en te waaien, we worden doorheen geschud op de boot. Eerlijk gezegd ik word wat ongerust, de lucht is ook zo dreigend, je ziet bijna niets meer en de tocht gaat nog 2 uur duren. Je hoort hoe moeilijk de motor het heeft om door de golven te klieven. Een uurtje later word het dan toch weer beter en varen we de haven van Puno binnen. De eilanden en het Titicaca meer zijn de moeite om zien, maar een 3 uur durende tocht over het meer  is toch teveel, ik zou het niet meer overdoen.

’s avonds zijn we met de groep naar een restaurant gegaan, om de verjaardag te vieren van één van de medereizigers, we daar taart eten met koffie, in mijn geval een fruitsapje. De taart werd door Djoser gegeven en was dus ergens in Puno gekocht. In Peru is het geen probleem om zelf eten of drinken mee te nemen als je op restaurant gaat. Wij dan met onze taart dit restaurant binnen en een drankje besteld en de taart lekker opgegeten. Na enige tijd komt daar een 4 mans orkestje binnen, die daar wat Quechua muziek beginnen te spelen. Quechua is de lokale taal. Normaal houd ik niet van muziekanten die de cafés en restaurants afschuimen, wat muziek spelen en met de hoed rondgaan, maar dit was zo aanstekelijk en leuk. Ik zit hier natuurlijk met een groep nederlanders en die worden ook alle enthousiast, soms spelen ze Zuid Amerikaanse klassiekers en dan zingen we allen mee. Na afloop lijken ze zelfs al cd’s te hebben uitgebracht, in mijn enthousiasme koop ik er ook één, zoals velen van onze groep. Ik denk dat zie muzikanten gouden zaken hebben gedaan deze avond.

Het was daar zo leuk, dat we ineens ons avondeten daar ook hebben genomen.

  1. Rosa Van Steen

    Gelukkig kunnen we weer mee genieten van jullie fantastische reis.
    We hebben nogmaals een speciaal stukje wereld leren kennen.
    Het ongemak verdwijnt, maar de mooie foto’s zijn er voor altijd.
    André en Rosa

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *