Van Sucre naar Potosi

geplaatst in: Bolivia, Zuid Amerika | 0

We trekken verder, we gaan naar Potosi, deze stad ligt op bijna 4100m hoogte, in Sucre zitten we op 2800m hoogte, dus een stevige stijging, en boven de 3000m, begint de kans op hoogte ziekte toe te nemen. We doen dus voortaan alles heel rustig.

Het is een tocht van 155 km, die zonder stoppen toch een kleine 4 uur duurt, er zijn hier geen autosnelwegen. Maar onderweg doen we natuurlijk een reeks tussenstops, we zijn een hele dag onderweg. 

Kerkhof van Sucre

Onze eerst stop is al na een kwartier, het ligt namelijk nog in Sucre, namelijk het kerkhof. Dit is een mooi en natuurlijk zoals het hoort een rustig kerkhof. Hier in zuid Amerika worden de kisten in nissen boven elkaar gezet, met vooraan een grafzerk, die is meestal met een glazen deur, waar nabestaanden dan bloemen of andere zaken kunnen leggen. Voor diegenen van de bovenste rij, wordt dit wel lastig, ik zie nergens een ladder staan, er zal wel een oplossing voor zijn . 

Er zijn enorm veel van die muren, in dit kerkhof. Plaats voor nog meer muren is er wel niet denk ik. Er zijn wel overal wat lege nissen, zoals op de foto hieronder is te zien. Er kan dus momenteel altijd nog eentje bij. Hoe lang ze hier blijven liggen, en wat er gebeurd als het kerkhof vol ligt weet ik niet.

Voor de rijkere mensen is er de mogelijkheid om graftombes te plaatsen. Een belangrijke graf tombe is deze van het koppel, don Francisco Argandoña en zijn vrouw Clotilde Romualda de Urioste Velasco. Zij waren de eigenaars van een zilvermijn in de buurt, en dus heel rijk. Maar ze hadden geen kinderen, en hebben daarom veel gedaan voor de kinderen van Sucre, scholen en weeshuizen gebouwd. Ze waren dus heel geliefd bij de inwoners van Sucre.

Ze hebben net buiten Sucre het kasteel La Glorietta laten bouwen, dat gaat we onderweg ook bezoeken.

Kasteel van La Glorieta

Het kasteel is dus gebouwd door de rijke familie Francisco Argandoña, in 1897, en is een mengeling van stijlen uit Europa. Ook van meubels zijn gebaseerd op Europese stijlen, maar die zijn alle weg, op 2 bedden en een tafel na, en hier is de vraag of die authentiek zijn.

Het de plafond, en de ramen zijn wel heel mooi, en je ziet hier inderdaad, zaken die we in kastelen in Europa ook zien. Dit zou het enige kasteel in heel Bolivia zijn.

Het is allemaal wel een beetje kaal in dit kasteel, de plafonds en ramen zijn wel de moete, een leuke tussenstop maar ik zou er geen reis naar Bolivia voor starten.

In één kamer hangen enkele schilderijen, daar staan belangrijke momenten van de familie afgebeeld, bezoeken van Boliviaanse leiders en bisschoppen aan het kasteel.

Er staat ook nog een minaret in het midden, best indrukwekkend.

Het uitzicht rondom het kasteel, mag er anders wel zijn. Dit is misschien ook wel de reden dat ze het kasteel hier hebben gebouwd. In de rust en kalmte, mooie natuur, weg van drukte van de stad, en de ongezonde omstandigheden rond een zilvermijn.

Puente Antonio José de Sucre

Deze brug was de vroeger verbinding tussen Sucre en Potosi, en gaat over Rio Pilcomayo. 

De brug is indrukwekkend, ze is gebouwd in 1910. Of ze nu nog veel word gebruikt dat weet ik niet, ze ziet er wel niet zo veilig meer uit, er ontbreken toch wel enkele planken.

De jacaranda is een boom die prachtige paarse bladen heeft als deze in bloei staat, en momenteel is dit het geval, en je ziet die her en der staan in dit desolate berglandschap.

Uitkijkpunt onderweg

Halverwege de tocht stoppen we op een uitkijkpunt, hier heb je inderdaad een prachtig zicht, maar de vuiligheid die hier ligt is enorm.

Betanzos (picknikken)

Ons lunch pakket, eten we op, in de plaats Betanzos. Hier is een pleintje waar we gaan picknicken, maar het was markt vandaag en onze bus geraakte daar niet. We zijn dan te voet door de markt daar naartoe gewandeld. Dit is geen plek waar toeristen komen, hoogstens voor een korte stop, om iets van eten te kopen. Ik heb er geen andere Europeanen gezien. 

De oudere vrouwen lopen hier nog in de traditionele Boliviaanse klederdracht, zoals we dat kennen. Alleen de bolhoed heb nog niet gezien.

De geur van de barbecue is wel aangenaam, zeker als je honger hebt, toch waag ik mij er niet aan, ik heb een picknick mee.

Als je het toilet binnengaat, schrik je even van de tonnen bomvol water. Er is hier geen leidingwater, dus moet je water uit de ton nemen om door te spoelen. De toiletten zijn wel proper, het zijn de eerste betalende toiletten die ik zie in Bolivia. 

Het plein waar we gaan picknicken zit vol met inwoners van de stad, het zondag en dan is dat hun vrije ontspanning dag, maar er is nog wel een plaatsje voor ons. 

Aan dit kraampje, verkopen ze iets kleurrijk met een toefje slagroom. Wat het is weet ik niet, maar het verkoopt als zot. Iedereen zit het te eten.

Op de wandeling terug naar de bus, zien we nog enkele speciale dingen, zoals hierboven, blokken zout uit de zout vlakten, waar we overmorgen naar toe trekken.

En deze vrachtwagen waar de kinderen gewoon bovenaan op de rand van de laadbak zitten. De veiligheidsregels lijken hier minder strikt dan in België.

Potosi

Tegen 15u komen we aan in Potosi, we zitten nu op 4038m hoogte, dus nu doen we alles traag. 

Het is een grote stad, er wonen rond de 140.000 mensen. De stad is ontstaan in 1545 door de vondst van zilver, dit heeft de stad veel rijkdom gebracht maar de Spanjaarden nog heel veel meer. Als het zilver bijna op was zijn ze er met alle rijkdom vandoor gegaan. Nu probeert de stad nog te leven van het resterende zilver in de mijnen, maar dit is bitter weinig.  

Er zijn we enkele mooie gebouwen in Potosi, zoals een plein met fraaie bogen, en een kathedraal. Het park Plaza 10 de Noviembre, lijkt ook wel leuk, maar we komen natuurlijk voor de mijnen, en die staan morgen op het programma.

Hieronder zie je berg met de zilvermijnen opdoemen tussen de huizen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *